“André is in goede handen”

Dementie, dat is een ziekte van mensen op vergevorderde leeftijd. Zo wordt nog vaak gedacht. De realiteit is anders, weet ook Marij van Ballegooij (64) uit Oss. “Mijn man André kreeg de diagnose op zijn 62e. Dan staat je wereld op zijn kop.”

Marij had al langer het idee dat er iets niet klopte. André herhaalde zichzelf steeds vaker, wist de weg niet meer en vergat dingen. “Ik herkende symptomen van mijn moeder”, vertelt Marij, “die leed aan dementie.” De huisarts deelt haar zorgen en verwijst André en Marij door naar de Geheugenpoli van Ziekenhuis Bernhoven. Ze worden vandaaruit doorgestuurd naar het UMC in Amsterdam waar na enkele tests de diagnose wordt gesteld: Alzheimer. Dat is drie jaar geleden. André is dan 62 jaar jong.

Zware tijd

Er breekt een zware tijd aan voor het echtpaar uit Oss. “Ik ben kostwinner, werk fulltime en nu had ik er ineens de zorg voor mijn man bij. Het eerste jaar ging het nog wel, maar daarna verslechterde zijn toestand steeds meer. Hij wilde niet meer alleen zijn en belde me op het werk op of ik naar huis kon komen. Steeds vaker ook verdwaalde hij als hij even de deur uit ging voor een wandelingetje. En ’s nachts was hij erg onrustig: dan kleedde hij zich aan en wilde hij de deur uit. Naar de dagbehandeling wilde hij niet, het was continu een strijd om hem daar toch naar toe te krijgen. Was hij eenmaal daar, op Vivent Mariaoord, dan ging het gelukkig wel goed.”

Opname

Als André daarnaast steeds agressiever gedrag laat zien, komt Marij voor de moeilijke keuze te staan: een opname of zo doorgaan. Mede op aandringen van hun kinderen kiest ze voor een verhuizing naar Kattenbosch, een afdeling voor jonge mensen met dementie in Vivent Mariaoord in Rosmalen. Ze is blij met deze beslissing. “Hij woont daar nu een half jaar en heeft het goed naar zijn zin. In het begin deed hij weinig, en zat hij vooral op zijn kamer naar muziek te luisteren. Maar gaandeweg is hij steeds meer mee gaan doen. Met sjoelen, puzzelen, wandelen, met Duplo-blokken spelen. De medewerkers zijn geweldig, ze zijn superlief. Hij krijgt veel één-op-één begeleiding.”

Samen wandelen

“Kattenbosch is ook zo fijn”, zegt Marij, “omdat het speciaal is ingericht op jonge mensen met dementie. Er wonen allemaal mensen zoals André.” Een ander pluspunt is de mooie ligging van het woonzorgcentrum. “André is een buitenmens. Vivent Mariaoord ligt middenin de bossen, dus je kunt er heerlijk wandelen in de natuur. Dat doen we vaak en dan genieten we volop. Ik ben vier middagen per week bij hem. Op zaterdag en zondag en op twee doordeweekse dagen. Ik ben een halve dag minder gaan werken en daarnaast gebruik ik mijn snipperuren. Dan ga ik lekker op mijn fiets naar hem toe.”

In goede handen

“En nu ben ik dus alleen in mijn huisje”, zegt Marij. “Dat is soms best moeilijk, vooral tijdens het eten. Maar ik word geen kluizenaar! Dat heb ik me altijd voorgenomen. Gelukkig krijg ik veel bezoek of ga ik bij andere mensen langs. Bij de kinderen, mijn zus, vriendinnen, de buren. Ik mis André natuurlijk. Maar ik weet dat hij op een goede plek zit. Dat scheelt. Als ik afscheid van hem neem op Kattenbosch heb ik nooit het gevoel dat ik hem achterlaat. Hij is in goede handen en dat is een fijne gedachte.”